BreedeVlakbij Warffum ligt het historische dorpje Breede, ook wel De Bree genoemd. Breede is een klein dorp ontstaan op een kwelderwal. De naam Breede is afgeleid van Breede Ae en de naam Breede is in feite een samentrekking van ‘brede’ en ‘Aa’ en betekent ‘brede waterloop’. Op de hoge kwelderwal aan de oever van de zee is in de late middeleeuwen het dijkdorp Breede ontstaan. Waarschijnlijk valt de komst van de bewoning op deze plek samen met de aanleg van de oude dijk.
De kerk en de pastorie van Breede. Rijksmonument nr. 38271. Foto: ©Jur Kuipers.
De kerk van Breede
De herenbank van Breede. Foto: ©Jur Kuipers.
Aan de noordwand staat een eikenhouten herenbank uit de 17e eeuw met het wapen van de familie Sickinghe op de overhuiving. Deze familie bezit van 1568 tot in het laatst van de 17e eeuw de 'Warffumborg' en tussen 1678 en 1705 de 'Breedenborg'. Foto: ©Jur Kuipers.
De preekstoel van Breede. Foto: ©Jur Kuipers.
Preekstoel De oude kansel is in 1853 vervangen door een nieuwe preekstoel aan de oostwand van de hand van schrijnwerker Arnoldus Cornelis Cramwinckel. Op de hoeken van de preekstoel zijn vrijstaande gedrongen zuiltjes aangebracht, een motief dat in de provincie Groningen veel voorkomt in de 17e eeuw. Later die eeuw wordt het romanogotische uiterlijk ook bedekt onder een laag stucwerk. Deze ingreep geeft, samen met de Korinthische pilasters en zuilen, de kerk een neoclassicistische uitstraling. De vroegere aparte ingangen voor de vrouwen en mannen zijn dichtgemetseld, maar de contouren zijn nog steeds zichtbaar.
Waarschijnlijk nog in de 17e eeuw worden de spitsboogramen ingebracht, die in de 19e eeuw worden voorzien van gietijzeren harnassen. We kunnen ons nog een voorstelling maken van de originele vensters met de vormen van de dichtgezette ramen in de koorgevel. De plaats van de zuideringang valt nog te herkennen maar de noorderingang is beter bewaard gebleven.
Deze ingang komt tijdens de restauratie gaaf te voorschijn, maar ze is wel weer dichtgezet. Echter zo dat de uitgemetselde kraagstenen van de boog zichtbaar zijn gebleven. Tijdens de restauratie blijkt dat de kerk geen fundering heeft; ongeveer een halve meter onder het maaiveld houdt het metselwerk gewoon op.
Westgevel De westgevel heeft een ingang onder een rondboog. Daarboven bevindt zich een spaarveld en de geveltop is versierd met drie klimmende spitsboog-nissen. Op de westgevel staat sinds het begin van de 17e eeuw een dakruitertje, waarin een klok hangt uit 1615 die door Hans Falck van Neurenberg gegoten is. In de 19e eeuw komt er een nieuw uurwerk dat de firma Van Bergen uit Midwolda wordt vervaardigd. De kerk heeft nog een eikenhouten sporenkap en ze wordt gedekt met pannen die vermoedelijk nog uit 1751 dateren. Na de restauratie is de kerk niet opnieuw bepleisterd, omdat de kosten daarvoor te hoog zijn. Ze is echter over gewit, zodat de structuur van het metselwerk goed zichtbaar is gebleven.
Bepleistering Evenals het exterieur is ook het interieur witgepleisterd. In het muurwerk treffen we nog aanzetten aan voor gewelven, maar waarschijnlijk is het gebouw nooit overwelfd geweest. In de 19e eeuw komt er in de plaats van de zoldering een gestuukt tongewelf. Aan de oostwand zijn pilasters gemaakt die eindigen in neo-corintische kapitelen. Deze kapitelen vormen een tegenwicht tegen de vrijstaande zuilen die naast het orgel staan en tegen het plafond in kapitelen eindigen.
De teruggevonden (dichtgemetselde) hagioscoop ná de verbouwing/restauratie. Foto: ©Jur Kuipers.
De avondmaalstafel is aan de voorkant versierd met een druiventros. Foto: ©Jur Kuipers.
Het orgel van Petrus van Oeckelen uit 1849. Foto: ©Jur Kuipers. Wapen: Alberda. Schildhouders twee aanziende bruine leeuwen. N.B. XVIIId. Zie: GDW, nr. 1004. GDW, blz. 225, nr. [1005].
De pastorie van Breede De voorkant van de pastorie. Foto: ©Jur Kuipers.
De pastorie. Foto: ©Jur Kuipers.
Naast de kerk staat de oude en eveneens witgepleisterde pastorie. De eerste pastorie zal in dezelfde periode als de kerk zijn gebouwd. Niet altijd heeft er een dominee gestaan: Na de reductie duurt het nog tot 1616 alvorens er een geschikte predikant wordt gevonden. In de jaren 1650 en 1750 wordt de pastorie verbouwd met de kerkverbouwingen mee.
Bij de laatste vernieuwing krijgt de pastorie het aanzien van een pastorieboerderij (weem) met een vierkant voorhuis met aan oostzijde een schuur. Daarvoor heeft er een eenlaags dwarshuis gestaan met achterhuis en schuur. In 1912 krijgt Breede een nieuwe dominee in de persoon van A. van Riemsdijk. Onder zijn leiding wordt de schuur gesloopt en vervangen door een koetshuis.
De pastorie krijgt een nieuw schilddak en op het vrijgekomen terrein achter de pastorie wordt een nieuwe begraafplaats aangelegd. Het kerkhof wordt daarop gesloten voor nieuwe teraardebestellingen. Van Riemsdijk overlijdt in 1949 en de gemeente weet geen nieuwe dominee aan te trekken, waarop de pastorie vrijkomt voor een nieuwe bestemming. In de jaren daarna wordt de pastorie door hervormde vrijwilligers verbouwd tot 'vormingscentrum' (Breederwiedte of De Breede), dat in 1952 haar deuren opent.
Dakruiter en klok De kerk wordt bekroond met een kleine dakruiter uit de 17e eeuw. De klok in de dakruiter is gegoten door Hans Falck van Neurenberg in 1616 en het uurwerk van het Rochlitz type onder in de dakruiter is in 1932 geleverd door de firma Van Bergen uit Midwolda. Op de luidklok staat in opliggend reliëf gegoten
ANNO DUYSENT SES HONDERT ENDE SESTIEN HEEFT MY HANS FALCK VAN NUEREMBERG GHEGOTEN. SPES MEO IN DEO. Verder staan er de namen van jonker Johan Syckinge, de kerkvoogd Focko Siertz en pastor Andreas Lisinck op. Daarbij is het wapen van Sickinghe direct in het ontwerp verwerkt en meegegoten. Interessant is dat later een tweede wapen is ingegraveerd: dat van Focko Syrts, van wie ook de zerk op de stoep is (met een vrijwel gelijk wapen).
Volledige gegevens van de klok ANNO DUYSENT SES HONDERT ENDE SESTIEN HEEFT MY HANS FALCK VAN NUEREMBERG GHEGOTEN. SPES MEO IN DEO.225 JONCKER JOHAN SYCKINGE. Wapen: Sickinghe. Helmteken: een uitkomende adelaar, de vleugels en de hals op gelijke hoogte beladen met een dwarsbalk. FOCKO SIERTZ, KERCKMEESTER IN DER TYDT. Wapen, na het gieten ingehakt: Gedeeld: I een halve adelaar; II een verkort en iets breedarmig kruis, vergezeld van vier leliën, 2 en 2. ANDREAS LISINCK, PASTOR IN BREDE. GDW, blz. 224, nr. [1003].
Uurwerk OH. KRAAN EN ZOON J. H. KRAAN, UURWERKMAKERS TE OBERGUM EN WINSUM. JOHAN ALBERDA, HEER EN COLLATOR VAN DE BREEDE. N.B. Niet meer aanwezig. Vermeld: Christiaan Huygens. Officieel orgaan van den nederlandschen bond van horlogemakers. Jaargang 44, nrs. 8 en 10. Unieke collatie van Breede behoorde sedert 10 juni 1706, of eerder, aan Alberda van Menkema. JOHAN foutief gelezen. Zie: RAG, Archieven hoge justitiekamer, inv. nr. 2572, blz. 381. GDW, blz. 225, nr. [1004].
Avondmaalsbeker NAGTMAALSBEKER TE BREDE, GEKOGT EN BETAALT UIT DE DI AKONIEGELDEREN TE BREDE ANNO 1757, DEN 8 DECEMBER, WANNEER ALHIER IN BEDIENINGE WAREN CONRADUS MEYER, PREDIKANT, JAN GEERDS, OUDERLING, CORNELIUS MEERTENS, BOEKHOUDENDE DIAKEN, PIETER JANSSEN, DIAKEN.
Grafzerken ANNO 1625, DEN ... OCTOBER ... OER OP DE BRE ... DEN HEEREN GERUSTET, VERWACHTENDE EEN VROELICKE OPERSTANDINGE IN CHRISTO.
ANNO 1695, DEN 11 JANUARIUS, IS DIE EERBARE PETER JANS, DIE SOON VAN JAN, PETERS OP EPPENHEERDT, IN DEN HEERE GERUST.
Grafsteen onder de stoep Onder de stoep ligt (oneerbiedig) een grafsteen. Foto: ©Jur Kuipers. Het is niet bekend van wie deze steen is. Grafschrift: Anno 1625, den ... october ... oer op de Bre in den Heeren gerustet, verwachtende een vroelicke operstandinge in Christo. Iconografie: Aan de ene zijde van het gedeelde wapen een halve adelaar, aan de andere zijde een latijns kruis vergezeld van twee ringen: De één naast de opstaande paal en boven de rechterarm, de ander naast de opstaande paal en onder de linkerarm. Het kruis is vergezeld van vier lelien.
Vormingscentrum In dit vormingscentrum wordt door de hervormde kerk aandacht besteed aan ontwikkelingen en problemen van de christelijke bevolking op het platteland (gemeenschapsvorming, gezinsontwikkeling, jeugdwerk, ontvolking op het platteland). Het vormingscentrum wordt zo'n succes dat het in 1960 moet worden verplaatst naar een nieuwe locatie in Obergum, dat voor de bus- en treinreizigers iets gunstiger gelegen is(08).
De kerk wordt nu verhuurd voor bruiloften, begrafenissen, workshops, lezingen, concerten, uitvoeringen en meer. Er is plaats voor 85 personen met parkeergelegenheid in de directe omgeving, circa 100 meter ten oosten van de toegangsweg naar de kerk tegenover huisnummer 7, vanwaar een voetpad naar de kerk loopt(08).
De kerk gezien vanuit het zuidoosten. Foto: ©Jur Kuipers.
01. Friso, W. (2008), Het verhaal van Breede. Groningen: Archiefetcetera (Kunst)historisch Onderzoeksbureau. 30 p. 02. Duinkerken, W. [red.] et al. (1989), De historie van Warffum, Breede en Rottumeroog. Hoogezand: Stubeg. 228 p. 03. Krips-van der Laan, H. & A. Kloosterboer (ca. 1983), De Ned. Hervormde kerk te Breede. Warffum/Breede : Comité Fondsen t.b.v. de Restauratie van de Ned. Hervormde Kerk te Breede. 48 p. 04. Juk, T. (2006), Warffum en Breede: sporen uit het rijke verleden van twee kerkdorpen op het Groningse Hoogeland. Warffum: Stichting Uitgaven Noord-Groningen. 351 p.. 05. Wikipedia, kerk van Breede, geraadpleegd 1 november 2013.
|